Wat moeten werkgever en werknemer de eerste twee ziektejaren doen?
In de Regeling Procesgang Eerste en Tweede ziektejaar is aangegeven wat van werkgever en werknemer verwacht wordt tijdens de eerste twee ziektejaren. Deze regeling is eenvoudig op het internet te vinden. De grote lijn is als volgt:
Op basis van deze regeling moet de werkgever de bedrijfsarts/arbodienst alle benodigde informatie verstrekken zodat een oordeel gegeven kan worden als het ziekteverzuim langdurig is of dreigt te zijn.
De werkgever moet aantekening houden van alle gegevens, documenten en correspondentie die betrekking hebben op het verloop van het ziekteverzuim, het aantal feitelijk gewerkte uren en alle met betrekking tot de ziekte ondernomen activiteiten.
Als een zieke werknemer mogelijkheden heeft om passend werk te verrichten stelt de werkgever in overeenstemming met de werknemer een Plan van Aanpak op. In het Plan van Aanpak is in ieder geval opgenomen:
· de door de werkgever en de werknemer te ondernemen activiteiten gericht op inschakeling in de arbeid, de daarmee te bereiken doelstellingen en de termijnen waarbinnen die doelstellingen naar verwachting kunnen worden bereikt;
· afspraken omtrent de momenten waarop de in het plan van aanpak overeengekomen activiteiten door de werkgever en de werknemer worden geëvalueerd, die evaluatie vindt periodiek, en in ieder geval aan het einde van het eerste ziektejaar plaats, en
· aanwijzing van een persoon die de overeengekomen activiteiten begeleidt en het contact verzorgt tussen werknemer, werkgever en bedrijfsarts of arbodienst.
De laatste persoon wordt ook wel casemanager genoemd.
De werkgever draagt er zorg voor dat de werknemer regelmatig de bedrijfsarts bezoekt om te bezien of het Plan van Aanpak aangepast dient te worden.
Als het einde van de twee jaar ziekte in zicht komt wordt het re-integratie verslag opgesteld. Dit verslag bevat in ieder geval:
a.
de noodzakelijke administratieve gegevens van de werknemer, werkgever en bedrijfsarts of arbodienst;
b.
gegevens omtrent de aard van het bedrijf van de werkgever;
c.
gegevens omtrent de functie van de werknemer;
d.
gegevens omtrent de bekwaamheden van de werknemer;
e.
vermelding van de eerste dag van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte;
f.
het oordeel en het advies van de bedrijfsarts of de arbodienst, bedoeld in artikel 2, tweede en derde lid, respectievelijk artikel 4, vierde lid;
g.
het door de werkgever en de werknemer overeengekomen plan van aanpak en de bijstellingen, bedoeld in artikel 4, vijfde lid;
h.
de evaluatie aan het einde van het eerste ziektejaar, bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel b, alsmede de meest recente evaluatie van de voortgang en de uitvoering van de in het plan van aanpak gemaakte afspraken;
i.
een actueel oordeel over de kwaliteit van de arbeidsrelatie door de werkgever en de bedrijfsarts of de arbodienst;
j.
een actueel oordeel van de bedrijfsarts of de arbodienst over het verloop van de ongeschiktheid tot werken, de functionele beperkingen en mogelijkheden van de werknemer tot het verrichten van arbeid;
k.
een actueel oordeel van de bedrijfsarts of de arbodienst en de werkgever over de aanwezigheid van passende arbeid bij de werkgever, en
l.
een oordeel van de werknemer omtrent de op grond van de onderdelen a tot en met k opgenomen gegevens en oordelen.
Het re-integratie verslag vormt de basis voor het UWV om de WIA-aanvraag te beoordelen.
In de Regeling Procesgang Eerste en Tweede ziektejaar is aangegeven wat van werkgever en werknemer verwacht wordt tijdens de eerste twee ziektejaren. Deze regeling is eenvoudig op het internet te vinden. De grote lijn is als volgt:
Op basis van deze regeling moet de werkgever de bedrijfsarts/arbodienst alle benodigde informatie verstrekken zodat een oordeel gegeven kan worden als het ziekteverzuim langdurig is of dreigt te zijn.
De werkgever moet aantekening houden van alle gegevens, documenten en correspondentie die betrekking hebben op het verloop van het ziekteverzuim, het aantal feitelijk gewerkte uren en alle met betrekking tot de ziekte ondernomen activiteiten.
Als een zieke werknemer mogelijkheden heeft om passend werk te verrichten stelt de werkgever in overeenstemming met de werknemer een Plan van Aanpak op. In het Plan van Aanpak is in ieder geval opgenomen:
· de door de werkgever en de werknemer te ondernemen activiteiten gericht op inschakeling in de arbeid, de daarmee te bereiken doelstellingen en de termijnen waarbinnen die doelstellingen naar verwachting kunnen worden bereikt;
· afspraken omtrent de momenten waarop de in het plan van aanpak overeengekomen activiteiten door de werkgever en de werknemer worden geëvalueerd, die evaluatie vindt periodiek, en in ieder geval aan het einde van het eerste ziektejaar plaats, en
· aanwijzing van een persoon die de overeengekomen activiteiten begeleidt en het contact verzorgt tussen werknemer, werkgever en bedrijfsarts of arbodienst.
De laatste persoon wordt ook wel casemanager genoemd.
De werkgever draagt er zorg voor dat de werknemer regelmatig de bedrijfsarts bezoekt om te bezien of het Plan van Aanpak aangepast dient te worden.
Als het einde van de twee jaar ziekte in zicht komt wordt het re-integratie verslag opgesteld. Dit verslag bevat in ieder geval:
a.
de noodzakelijke administratieve gegevens van de werknemer, werkgever en bedrijfsarts of arbodienst;
b.
gegevens omtrent de aard van het bedrijf van de werkgever;
c.
gegevens omtrent de functie van de werknemer;
d.
gegevens omtrent de bekwaamheden van de werknemer;
e.
vermelding van de eerste dag van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte;
f.
het oordeel en het advies van de bedrijfsarts of de arbodienst, bedoeld in artikel 2, tweede en derde lid, respectievelijk artikel 4, vierde lid;
g.
het door de werkgever en de werknemer overeengekomen plan van aanpak en de bijstellingen, bedoeld in artikel 4, vijfde lid;
h.
de evaluatie aan het einde van het eerste ziektejaar, bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel b, alsmede de meest recente evaluatie van de voortgang en de uitvoering van de in het plan van aanpak gemaakte afspraken;
i.
een actueel oordeel over de kwaliteit van de arbeidsrelatie door de werkgever en de bedrijfsarts of de arbodienst;
j.
een actueel oordeel van de bedrijfsarts of de arbodienst over het verloop van de ongeschiktheid tot werken, de functionele beperkingen en mogelijkheden van de werknemer tot het verrichten van arbeid;
k.
een actueel oordeel van de bedrijfsarts of de arbodienst en de werkgever over de aanwezigheid van passende arbeid bij de werkgever, en
l.
een oordeel van de werknemer omtrent de op grond van de onderdelen a tot en met k opgenomen gegevens en oordelen.
Het re-integratie verslag vormt de basis voor het UWV om de WIA-aanvraag te beoordelen.
Is uw vraag niet (helemaal) beantwoord? Stuur een mail aan: [email protected] voor meer informatie of bel 030 - 284 04 00!