Wat is een loonsanctie?
Een werkgever is verplicht gedurende 104 weken het salaris van de zieke werknemer door te betalen. Dat kan als de werkgever niet (tijdig) de benodigde papieren aanlevert en als de werkgever naar het oordeel van UWV onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht gedurende de 104 weken.
Ten aanzien van een werknemer die de AOW-gerechtigd leeftijd heeft bereikt kan geen loonsanctie worden opgelegd. Deze werknemers hebben geen recht op een WIA-uitkering en de “poortwachtersfunctie” van UWV is dan niet aan de orde.
UWV moet de beslissing om een loonsanctie op te leggen uiterlijk zes weken voor de afloop van de wachttijd nemen, anders kan de sanctie niet meer worden opgelegd.
Het uitkeringsrecht van de werknemer dat na de 104 weken zou aanvangen (Wia, WW of Ziektewet) komt niet tot uitkering, maar de werkgever moet in plaats daarvan loon betalen aan de werknemer. De periode waarvoor een loonsanctie kan worden opgelegd duurt maximaal 52 weken. In die maximaal 52 weken heeft de werkgever de mogelijkheid om de tekortkomingen in de re-integratie alsnog na te komen.
Als de werkgever van mening is dat hij zijn tekortkoming ten aanzien van de re-integratie-inspanningen heeft hersteld, meldt hij dit aan het UWV, waarbij hij aantoont dat hij de tekortkoming heeft hersteld. UWV beslist vervolgens binnen drie weken na de ontvangst van de melding of de werkgever aan zijn verplichtingen heeft voldaan.
UWV bepaalt aan de hand van de regels die zijn neergelegd in de Werkwijzer Poortwachter of een loonsanctie aan de orde is.
Zie ook “Hoe bepaalt UWV of een loonsanctie wordt opgelegd?”
Een werkgever is verplicht gedurende 104 weken het salaris van de zieke werknemer door te betalen. Dat kan als de werkgever niet (tijdig) de benodigde papieren aanlevert en als de werkgever naar het oordeel van UWV onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht gedurende de 104 weken.
Ten aanzien van een werknemer die de AOW-gerechtigd leeftijd heeft bereikt kan geen loonsanctie worden opgelegd. Deze werknemers hebben geen recht op een WIA-uitkering en de “poortwachtersfunctie” van UWV is dan niet aan de orde.
UWV moet de beslissing om een loonsanctie op te leggen uiterlijk zes weken voor de afloop van de wachttijd nemen, anders kan de sanctie niet meer worden opgelegd.
Het uitkeringsrecht van de werknemer dat na de 104 weken zou aanvangen (Wia, WW of Ziektewet) komt niet tot uitkering, maar de werkgever moet in plaats daarvan loon betalen aan de werknemer. De periode waarvoor een loonsanctie kan worden opgelegd duurt maximaal 52 weken. In die maximaal 52 weken heeft de werkgever de mogelijkheid om de tekortkomingen in de re-integratie alsnog na te komen.
Als de werkgever van mening is dat hij zijn tekortkoming ten aanzien van de re-integratie-inspanningen heeft hersteld, meldt hij dit aan het UWV, waarbij hij aantoont dat hij de tekortkoming heeft hersteld. UWV beslist vervolgens binnen drie weken na de ontvangst van de melding of de werkgever aan zijn verplichtingen heeft voldaan.
UWV bepaalt aan de hand van de regels die zijn neergelegd in de Werkwijzer Poortwachter of een loonsanctie aan de orde is.
Zie ook “Hoe bepaalt UWV of een loonsanctie wordt opgelegd?”
Is uw vraag niet (helemaal) beantwoord? Stuur een mail aan: [email protected] voor meer informatie of bel 030 - 284 04 00!